Liantis
Nieuws

Weerverlet in de bouwsector: wat moet je doen als werkgever?.

De winter is in het land en hoewel de eerste echte winterprik nog op zich laat wachten, kan het zijn dat je medewerkers door slecht weer niet aan de slag kunnen. Het hoeft namelijk niet altijd te sneeuwen om te kunnen spreken van ‘tijdelijke werkloosheid omwille van slecht weer’. In welke gevallen je mensen hier een beroep op kunnen doen en wat je hiervoor in orde moet brengen, zetten we voor jou op een rij.

Bekijk alle artikels

Wat is slecht weer?

Wat is ‘slecht weer’? Dit is de eerste belangrijke vraag die je moet stellen om te weten of je jouw arbeiders al dan niet tijdelijk werkloos kan stellen door ‘slecht weer’.

We spreken van ‘slecht weer’ als de weersomstandigheden het werk onmogelijk maken. Het slecht weer moet in dat geval een direct verband hebben met de aard van het werk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer metsen onmogelijk is door hevige regenval.

Wanneer het slechte weer een indirecte oorzaak is waardoor je arbeiders niet aan de slag kunnen, dan kan je eventueel beroep doen op een andere vorm van tijdelijke werkloosheid, zoals overmacht. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarbij bepaalde grondstoffen door het slechte weer tijdelijk niet geleverd kunnen worden en arbeiders daardoor zonder werk vallen.

Heeft mijn medewerker recht op gewaarborgd loon bij weerverlet?

Je arbeiders hebben recht op gewaarborgd loon als ze die dag het werk hebben kunnen aanvatten, maar in de loop van de dag hun werk moesten stopzetten door slecht weer. Voor de niet-gepresteerde uren mag je dan een verminderd loon betalen.

Wanneer je mensen bij aankomst op de werf vaststellen dat ze niet aan het werk kunnen door het slechte weer, dan hoeft die dag niet als een arbeidsdag ingevuld te worden op de controlekaart. Je kan je arbeider voor die dag dan nog tijdelijk werkloos stellen wegens slecht weer.

In de bouw geldt de specifieke regel dat de mobiliteitsvergoeding die de arbeider voor die dag ontvangt, niet beschouwd wordt als loon en dus behouden kan worden Hij kan deze vergoeding met andere woorden cumuleren met de uitkeringen tijdelijke werkloosheid.

Wat moet je doen als werkgever? Voor het begin van elke maand moet je aan elke arbeider een controleformulier C.3.2A-bouw geven, ook als er geen sprake is van tijdelijke werkloosheid. Voor meer informatie over dit document, kan je terecht op de website van de RVA.

Daarnaast moet je als werkgever elke maand voor elke arbeider die je tijdelijk werkloos stelt wegens slecht weer aan de RVA de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand meedelen.

Deze mededeling verstuur je naar het werkloosheidsbureau van de plaats waar jouw onderneming gevestigd is. Daarmee wordt de exploitatiezetel van je onderneming bedoeld en niet de maatschappelijke zetel. Dit doe je elektronisch of via een gestructureerde elektronische boodschap (via batch).

Je moet de mededeling versturen:

  • ofwel op de eerste effectieve werkloosheidsdag;
  • ofwel op de volgende werkdag. Hieronder worden alle dagen van de week gerekend, met uitzondering van het weekend, de feestdagen, de vervangende feestdagen en de brugdagen. Als een feestdag in het weekend valt, dan wordt de volgende maandag als de vervangende feestdag beschouwd;
  • ofwel, als je zeker bent dat de arbeider werkloos zal zijn, de werkdag die voorafgaat aan de eerste effectieve werkloosheidsdag.

Je hoeft deze mededeling niet te versturen als je tijdens de betreffende kalendermaand al een mededeling van een eerste effectieve dag tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek om economische redenen of technische stoornis voor de betrokken arbeider(s) hebt gedaan.

Op het einde van de maand dien je dan ten slotte een elektronische aangifte in (ASR scenario 5) voor de werkloze arbeiders. Ook hierover vind je meer informatie op de website van de RVA.

Wat moeten jouw medewerkers doen?

Je mensen moeten de afdruk van de elektronische aangifte die je hen overhandigd hebt bijhouden en contacteren dan zo snel mogelijk hun uitbetalingsuitstelling (ABVV, ACLVB, ACV of HVW). Via hun uitbetalingsuitstelling vullen ze dan een formulier C3.2-werknemer in om zo de aanvraag voor hun uitkering tijdelijke werkloosheid in orde te brengen.

De uitkeringsaanvraag moet uiterlijk op het einde van de tweede maand na de maand waarin de arbeider tijdelijk werkloos werd gesteld op het werkloosheidsbureau toekomen.