Schermafbeelding 2024 10 04 113835
Nieuws

Verbod op louter financiële onderaanneming vanaf 1 januari 2025.

Vanaf 1 januari 2025 wordt het voor onderaannemers verboden om het volledige werk uit te besteden: “Het is verboden voor een onderaannemer om het geheel van de uitvoering van de overeenkomst die hij gesloten heeft met zijn eigen medecontractant, in onderaanneming te geven.

Bekijk alle artikels

Het is eveneens verboden voor een onderaannemer om alleen de coördinatie van de uitvoering van de overeenkomst te behouden (toekomstig artikel 184/1/5 §1 Sociaal Strafwetboek)”

1. Wat houdt dit verbod in?

Voortaan kan de hoofdaannemer er nog voor kiezen om zijn werken integraal aan een andere aannemer in onderaanneming te geven.

Indien een onderaannemer echter zelf op zijn beurt nog gebruik wil maken van een onderaannemer, zal dit vanaf 01.01.2025 enkel nog kunnen mits de aannemer zelf ook een deel van de werken zelf uitvoert.

De onderaannemer zal dus een klein deel van het werk zelf moeten uitvoeren, zelfs al gaat het slechts om 1%. Ook loutere coördinatie zal verboden zijn. De concrete invulling van deze regel moet echter nog verder uitgewerkt worden, dus is het nog even afwachten op de definitieve details.

Het is dus nog de grote vraag of het voldoende zal zijn om bijvoorbeeld de werf op te starten en de nodige veiligheidsinstallaties te plaatsen, of de eventuele installaties te installeren en gebruiksklaar te maken. De loutere aanlevering van de materialen lijkt ons inziens wat te beperkt om op die manier te kunnen aantonen dat het werk niet integraal in onderaanneming is uitgegeven geworden.

Anderzijds heeft deze regelgeving zeer duidelijk tot doel om oneerlijke concurrentie en sociale dumping te voorkomen of minstens tegen te gaan, en viseert de wetgever de tussenpersonen die zelf geen werken meer uitvoeren.

2. Gevolgen

Voor de hoofdaannemer verandert er weinig, behalve dat ze verantwoordelijk blijven voor de naleving van de regels.

Voor deze nieuwe wetgeving zijn echter strenge straffen voorzien voor inbreuken, wat een grote impact zal hebben op de bouwsector.

De onderaannemer die het verbod immers aan zijn laars lapt, stelt zich bloot aan administratieve geldboetes t.b.v.. 2.400 tot 28.000 EUR per inbreuk, aan strafrechtelijke geldboetes van 4.800 tot 56.000 EUR en zelf aan een gevangenisstraf van 6 maanden tot drie jaar.

Daarnaast kan de rechter ook nog een stapje verder gaan waardoor de onderaannemer drie tot vijf jaar kan uitgesloten worden om mee te dingen naar overheidsopdrachten.

Heeft u hieromtrent nog vragen? Aarzel dan niet om ons te contacteren.

Dascha Mengels

Adlex Advocaten & Bemiddelaars

Dascha.mengels@adlex.be