Vervennootschappelijking
De hoge fiscale druk op arbeidsinkomsten heeft de afgelopen decennia geleid tot een aanzienlijke “vervennootschappelijking”. Waar vroeger enkel topmanagers van grote bedrijven het nuttig vonden om een managementvennootschap op te richten, oefenen tegenwoordig ook veel bedrijfsleiders van KMO’s (onder andere in de bouw) hun beroepsactiviteit uit via een managementvennootschap.
Fiscale blauwdruk
In de fiscale blauwdruk wordt de managementvennootschap nergens letterlijk geviseerd, maar tussen de lijnen door kunnen we duidelijk vaststellen dat de aanval stevig zal worden ingezet.
We citeren:
“Ook zorgen we ervoor dat activiteitsinkomsten niet langer worden omgevormd in vermogensinkomsten om te ontsnappen aan belastingen.”
“We willen kleine ondernemers niet nodeloos naar de oprichting van een vennootschap duwen. We versterken daarom de neutraliteit inzake ondernemingsvorm tussen de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.”
“We vermijden het oneigenlijk gebruik van de vennootschapsvorm. Dit is al jaren een optimalisatiepiste om de hoge belastingdruk op arbeid te omzeilen. Daarom nemen we ook gerichte maatregelen om de zogenaamde vervennootschappelijking tegen te gaan.”
“We indexeren de minimumbezoldiging voor de toepassing van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting en laten niet langer toe om die in alternatieve verloningsvormen uit te betalen”.
Het feit dat deze paragrafen meermaals terugkomen in de fiscale blauwdruk, toont minstens aan dat de kwestie “top of mind” is bij onze Minister van Financiën.
Naast de bovenstaande maatregelen, waarvan de concrete invulling vrij vaag blijft, zijn er ook een aantal duidelijke wijzigingen die een impact hebben op managementvennootschappen.
Roerende voorheffing
Zo wordt de roerende voorheffing volgens de blauwdruk “verlaagd” van 30 % naar 25 %. Voor veel KMO’s en managementvennootschappen komt dit echter neer op een belastingverhoging omdat zij via uitzonderingsregimes, denk aan liquidatiereserves of VVPR-bis, konden genieten van een verlaagde roerende voorheffing van 5 % of 15 %.
Deze regimes doven volgens de blauwdruk uit met respect voor reeds verworven rechten. Voor liquidatiereserves die in het verleden werden aangelegd met betaling van een heffing van 10 % is dat logisch, maar het is niet duidelijk hoe men in het VVPR-bis regime kan spreken over verworven rechten? Daar zou de “verlaging” van de RV naar 25 % neerkomen op een platte belastingverhoging.
Toch een klein beetje goed nieuws
De vennootschapsbelasting zou voor KMO’s verlaagd worden van 20 % naar 15 %. Daarnaast zou ook de belastingschijf waarop dit tarief betrekking heeft, verhogen van €100.000 naar €200.000.
+++++++++++++
De blauwdruk is uiteraard ook maar wat ze is. Het is een schot voor de boeg in wat ongetwijfeld zeer zware onderhandelingen zullen worden. We kunnen enkel hopen dat de KMO’s niet moeten opdraaien voor de vele gaten in de Belgische begroting.
Fineko is een speler op de markt van accountants, belastingconsulenten en juristen.